Allereerst maakt de tandarts ruimte met een boortje om goed zicht te krijgen op het hele gaatje. Op die manier kan hij al het tandbederf weghalen. Vervolgens maakt de tandarts de tand goed schoon met een langzamer draaiend, trillend boortje. Daarna is het tijd om het gaatje weer op te vullen met een witte vulling. Om de vulling goed vast te laten plakken aan de tand gebruikt de tandarts een speciale lijm. Veel gaatjes ontstaan tussen de kiezen. Daarom zal de tandarts ervoor kunnen kiezen om röntgenfoto’s
te maken om tussen de kiezen te kunnen kijken, als deze foto’s niet recent zijn.
Afhankelijk van hoe diep het gaatje is, wordt de tand of kies verdoofd. Je krijgt dan een klein prikje en voelt daarna geen pijn meer. Als je nog wel wat voelt, laat dit de tandarts dan meteen weten! Hij verdooft dan nog wat extra. Door de verdoving zal je wang of lip dik aanvoelen. Dit gevoel is tijdelijk en verdwijnt weer wanneer de verdoving is uitgewerkt. Het uitwerken van de verdoving kan enkele uren duren.
Na de behandeling kun je een paar dagen last hebben van de desbetreffende tand of kies. Dit is niet ongewoon bij diepe vullingen en de pijn verdwijnt vaak vanzelf weer. Als de pijn aanhoudt of erger wordt, neem dan contact op met de tandarts.
Ook kan het vulmateriaal krimpen en uiteenzetten, waardoor extra spanning en druk ontstaat in de tand of kies. Dit kan soms enkele weken aanhouden, maar trekt vanzelf weer weg. Tegen de pijn kun je paracetamol innemen.